Laat mij lekker!
Om niet volledig te verpieteren in Beirut, of tenonder te gaan aan alle chaos en lawaai, gaan Walid en ik regelmatig op excursie door het hele land. Libanon is niet groot (oppervlakte: een kwart van Nederland), maar rondrijden is vrij vermoeiend vanwege de slechte wegen, de ‘verkeersregels’ en het verkeer zelf. Om ervoor te zorgen dat niet één van ons volledig uitgeput raakt terwijl de ander vrolijk van het uitzicht geniet, wisselen we het rijden af. Voor Walid was dat, zeker in het begin, vrij eng, want hij was ervan overtuigd dat ik met mijn keurige Nederlandse rij-opleiding absoluut ongeschikt ben om het Libanese verkeer te trotseren. (Niets bleek minder waar – zolang ik maar in gedachten hou dat alle automobilisten hier ‘fietskoerier-gedrag’ vertonen.)
Het grootste problem was mijn gebrek aan toetergebruik. Wachten achter een taxi waar een passagier uitstapt? Toeteren om te laten weten dat ik erlangs wil. Auto in de buurt met de foto van een favoriete politicus? Riedeltje toeteren om te laten weten dat er mede-supporters op de weg zijn. Auto die rechts inhaalt en naar de linkerbaan zwiept? Niet inhouden – toeteren. Ik hield voet bij stuk in mijn opinie dat het land wel met wat minder toeteren afkan, en dat ik niet wil bijdragen aan al dat onnodige lawaai om ons heen. Redelijk als hij is, zag hij daar het nut wel van in, maar hij wilde me toch even meegeven dat het toeteren in Libanon meer is dan alleen waarschuwen voor gevaarlijke situaties: het is een volwaardig communicatie middel.
Blijkt het nog meer te zijn dan dat. Vanmorgen zaten we klem in het verkeer, konden niet links, niet rechts, niet rechtdoor, en de auto achter ons begon te toeteren. Ongeduldige, korte drukken op de claxon. Geagiteerd draaide Walid zijn raam open en riep hem toe: ‘Man! Ik zit klem! Wat wil je dat ik doe, op de volgende auto inrijden?’ Waarop de man uitstapte en terugschreeuwde:
‘Had ik het soms tegen jou?!? Ik was gewoon lekker aan het toeteren!’
Wij konden niet anders dan gierend van het lachen onze weg vervolgen.