Mijn soort mensen
Als docent maatschappijleer is de kans groot dat je hier en daar in een politiek-getinte discussie verzeild raakt. Soms met vreemden, en soms met collega’s. Zo ook op een bepaalde dag een aantal weken geleden, toen een collega en ik het oneens waren over de juiste aanpak van de PVV. Zij meende dat deze partij de heersende onvrede in de samenleving een gezicht gaf, en daarom serieus genomen diende te worden, ik vond dat sommige mensen soms best eens te horen mogen krijgen dat wat zij willen (een blank, gristelijk Nederland) niet (meer) tot de mogelijkheden behoort. Die woorden ontlokten een ware tirade. Ik had makkelijk praten, ik kwam natuurlijk nooit met ‘echte allochtonen’ in aanraking, ik was geen oud vrouwtje dat met angst en beven langs een groep opgeschoten Marokkaanse jongens moet lopen op mijn dagelijkse wandelingetje. Met als klapper: ‘Ik ken jouw soort mensen. Jullie hebben een grote mond over gemengde scholen, maar als je zelf kinderen krijgt weet je niet hoe snel je daar een goede, witte school voor moet vinden.’
Waarop een ander opmerkte dat mijn collega één essentiële factor scheen te vergeten: als Walid en ik ooit kinderen krijgen, zijn dat zelf allochtonen. Bingo!