Stille tocht
‘Zinloos geweld’ is een term die je niet zult horen in Libanon. Niet dat er niet gevochten wordt – in tegendeel, karakteristiek Mediterraans geschreeuw is aan de orde van de dag – maar zonder dodelijke afloop. Ruzies in het nachtleven, zelfs na grote hoeveelheden alcohol, blijven meestal beperkt tot wat geschreeuw over en weer en een enkele rake klap. Bovendien is er altijd het risico dat iemand plotseling een wapen tevoorschijn haalt (vrijwel elk gezin heeft wel één of twee vuurwapens in huis, en die blijven heus niet altijd in de keukenlade liggen) dus worden de meeste vechtersbazen tot rust gemaand voor het echt uit de hand kan lopen. Toch is het niet moeilijk een ‘onnatuurlijke dood’ te sterven in Libanon – word politicus, soldaat of verzetsstrijder/terrorist en een bomaanslag of oorlog zal je binnen de kortste keren aan je einde helpen. Dat dit geweld niet als zinloos wordt gezien, mogen duidelijk zijn – je dient je land, en als ik de begrafenis-toespraken mag geloven is er geen hoger doel dan daarvoor te sterven. Ook burgers die omkomen in een oorlog worden geëerd als ware patriotten, hun leven een offer voor het grote nationalistische ideaal.
Een autobom voor een politicus raakt nooit alleen het doelwit van de aanslag; lijfwachten en omschuldige omstanders sterven of raken gewond, verliezen ledematen of zijn levenslang getraumatiseerd. Opvallend genoeg is er over het algemeen maar weinig aandacht voor de overledenen die geen politieke waarde hebben – wier leven zelfs na hun dood als inzet wordt gebruikt in het grote politieke spel. Ze zijn allemaal slachtoffers van een publieke moord, maar hun dood wordt alleen in privé-kringen betreurd. Tot de laatste bomaanslag, vorige week, op een relatief onbekend parlementslid. Een jonge man (slechts 363 dagen ouder dan ik), net teruggekomen uit Frankrijk om in Libanon een leven op te bouwen, was op het verkeerde moment op de verkeerde plek en verloor zijn leven door de autobom die parlementslid Antoine Ghanem van het leven beroofde. Zijn naam: Charles Chigani. Deze keer was het de dood van de onschuldige voorbijganger die de meeste aandacht kreeg. Er werden posters geprint met zijn foto, billboards met zijn naam verschenen in Beirut, en gisteravond was er, speciaal voor hem, een ‘stille tocht’ van mensen in het wit die met kaarsen in de hand een stuk door downtown liepen.
De niet-politiek gelieerde organisatie ‘Gallas!’ (Genoeg!) was mede-organisator en greep de gelegenheid aan om de vijandige politieke partijen nogmaals te vragen de strijdbijl te begraven en een einde te maken aan de al zo lang durende politieke crisis. Maar de meeste van mijn vrienden geloofden er niet in, ze waren ervan overtuigd dat ook zijn dood een politiek schaakstuk zou worden, en weigerden mee te lopen in de tocht. ‘Zijn familie is Falangist (rechts-fanatiek-Christelijk) en je zult zien dat ze de aantallen gaan gebruiken als bewijs van steun aan hun partij’. Zelfs al sterf je een zinloze dood, dan zullen we er achteraf wel politieke betekenis aan geven.