Broodnodig (even iets heel anders)
Het was zomer 2005, mijn eerste bezoek aan Libanon, en Reina en ik reden door een achterafstraatje in Beirut toen ze plotseling stopte naast een mannetje op een fiets. Over zijn stuur hingen doorschijnende plastic zakken met wat leek op bruine lappen. Reina gaf de man 1000 lira (€0.50) en kreeg een zak aangereikt, die ze achteloos op de achterbank gooide. “Dit is mijn favoriete brood", zei ze, "dit vind je nergens buiten Libanon.”
Veel Libanese gerechten worden met brood geserveerd; de bekendste daarvan ongetwijfeld de hommus en moutabbal (aubergine-dip, ook bekend als baba ganousj) waarbij het brood niet weg te denken is. Maar een echte Libanees laat het daar niet bij: die eet ook de salade met een stuk brood in de hand, en de kip, en dient de gegrilde stukjes lamsvlees op gewikkeld in brood. En de broodconsumptie neemt alleen maar toe naarmate men verder richting het Zuiden gaat: tegen de Israelische grens aan wordt zelfs de spaghetti met brood in plaats van een vork gegeten.
Dat het hier niet om bruine boterhammen gaat moge duidelijk zijn. Over het algemeen gebruikt men groot uitgevallen pita-achtig brood, platter en van pizzaformaat, maar elke streek kent haar eigen variatie. Zo eet men in het Noorden brood dat heerlijk smaakt, maar de textuur heeft van een zeem, en is het Zuiden gespecialiseerd in mar’ou’, een soort flinterdunne lap die op plaatsen doorschijnend is. Het wordt gebakken op een saj, een ronde, bolle ijzeren plaat die van onderen verhit wordt, en het eindproduct heeft qua doorsnee de afmeting van een vierpits gasfornuis. Da’s natuurlijk lastig transporteren, vandaar de foto’s van origami met mar’ou’ op deze pagina: een snelcursus in ‘van saj naar diepvries-formaat in 5 stappen’.