Toetsweek in VWO 4, een vraag over sociale mobiliteit.‘Nederland is volgens rechtse politici een “open samenleving.” Toch zitten er weinig arbeiderskinderen op het vwo. [...] Geef drie redenen waarom de sociale mobiliteit in meer of mindere mate beperkt is voor deze kinderen.’
Een leerling vraagt wat dat zijn, arbeiderskinderen.
Kinderen waarvan de ouders uit een lagere sociaal-economische klasse komen, is mijn antwoord.
Oh, zegt ze, normále kinderen!
Overheard at university:
‘My dad says I should drink less, judging from my facebook-pictures.’
‘Well I didn’t hear from my dad for a while until one day he called and said ‘you have a spelling mistake in your last blog-post”.’
Jaren geleden (in 1994!) las ik in de krant het volgende gedichtje:
POESJE LIEF
Onse poes lag in het sonnetjen
Hij dag ik ga is prambere ov ik ken jonge
En hij prambeerde hut en hut gong
Door wie het geschreven is (ongetwijfeld een jong kind) weet ik niet, maar ik vind het nogsteeds een prachtig gedicht. En onze kat is weliswaar gesteriliseerd, maar ik moet er toch altijd even aan denken als ik haar daar zo lekker in het zonnetje zie liggen...
Walid volgt een cursus Nederlands voor buitenlanders aan de Universiteit van Amsterdam. Met het leren van de taal komen natuurlijk ook gewoontes en gebruiken om de hoek kijken, en af en toe komt hij vol verbazing thuis over wat hij nu weer over dit kikkerlandje gehoord heeft. Meestal is het positief, maar laatst ook niet: hij klaagde dat ze constant gesprekjes met elkaar moeten voeren over het weer. Elke les opnieuw. Kennelijk praten Nederlanders nogal graag over zon, regen en wat dies meer zij.
En het is waar: sinds hij mopperend thuiskwam, heb ik welgeteld 7 keer over het weer gepraat. Dat is best veel, als je bedenkt dat dat pas twee dagen geleden was. Het probleem is vooral dat het me nu zo opvalt, en ik hard mijn best moet doen om een ander onschuldig gespreksonderwerp te verzinnen. Lukt niet.
Gelukkig stuurde een vriend me vandaag het volgende citaat: Het is maar goed dat het weer van tijd tot tijd verandert, anders zouden 9 van de 10 mensen niet weten hoe een conversatie te beginnen. De afzender is een Libanees.
We zijn dus gelukkig niet de enigen die voor ons sociaal verkeer van de weergoden afhankelijk zijn.