Qussa

Stories from Afar & Up Close

50 procent kans op oorlog

Het was maar een onopvallende statistiek in een artikel in Al Akhbar, een paar dagen geleden: in de 64 jaar durende onafhankelijkheid van Libanon heeft het land 32 jaar in oorlog verkeerd. Twee en dertig jaar. Precies de helft. En de helft dáár weer van waren de 16 jaar burgeroorlog, van 1975 tot 1990, die zelfs de mensen van mijn leeftijd bewust hebben meegemaakt. Geen wonder dus, dat de alles hier altijd wel op de één of andere manier met de oorlog te maken heeft. De films die dezer dagen vertoond worden op het Lebanese Film Festival: ze gaan over de herinnering aan oorlog, het weergeven van oorlog, het overleven van oorlog... en, als dat allemaal niet lukt, over het idee dat een gebrek aan oorlog een gebrek aan Libanees-heid, of zelfs gebrek aan Arabisch-heid betekent. In boeken, tijdschriften, kranten, maar ook in vastgoed-ontwikkeling (zie maar eens een hypotheek te krijgen als een huis zo ongeveer het minst zekere bezit is dat je kunt hebben); zelfs in de natuurbescherming speelt oorlog constant een rol, op de meest onverwachte momenten: bij een eco-project in Mansoureh (Zuid-Libanon) moeten ze sinds vorig jaar een heel nieuw beschermingsplan voor zeeschildpadden opzetten om de voorheen in de bergen levende vossen tegen te houden. Door de constante bombardementen van Israel hadden de vossen hun toevlucht gezocht aan de kust, en hadden daar een smakelijk maaltje gevonden in de enorme nesten met eieren van zeeschildpadden. Nu ze eenmaal weten waar het voedsel te halen is, zijn ze niet meer van het strand weg te krijgen en zijn ze er als eerste bij als de schildpadden klaar zijn om uit hun nest te komen...

Het is op z’n zachtst gezegd verontrustend te noemen om te zien hoe weinig mensen en samenleving leren van het verleden. De politieke situatie gelaten gadenslaand kan ik niet anders concluderen dan dat niemand er serieus aan werkt om de ‘political stand-off’ zoals ze het hier noemen (muurvast gelopen onderhandelingen tussen de zittende regering en de afgetreden oppositie, onder andere met betrekking tot de opkomende presidentsverkiezingen) op gang te krijgen en een oplossing te vinden voor de problemen waaronder het land gebukt gaat. Het is eerder een theater waarvan de hoofdrolspelers (de belangrijkste politici en geestelijken van Libanon) vrijwel zonder uitzondering bloed aan hun handen hebben – als leiders van militias, guerilla-bewegingen of het nationale leger in 1975-1990. Allemaal denken ze het gelijk aan hun kant te hebben en allemaal halen ze in niet mis te verstane bewoordingen naar elkaar uit, elkaar onafgebroken van vanalles beschuldigend, dreigend met ‘red lines’ die niet overschreden dienen te worden want anders... De één zegt dat de ander een marionet is in de handen van Iran (omdat ze wapens en geld van Iran ontvangen), de ander zegt dat de één naar de pijpen danst van de Amerikanen (omdat ze geld en wapens van de VS ontvangen).٭ Allebei waar. En allebei geen stap dichterbij een mogelijke oplossing. Niet heel verwonderlijk dus, dat de gesprekken niet langer gaan over ‘als’ er een burgeroorlog uitbreekt, maar ‘wanneer’, en iedereen voorspellingen doet over waar de scheidslijn tussen de partijen zal gaan lopen. De oude ‘Green Line’ (de weg van de binnenstad van Beirut naar Damascus, Syrië) die Oost- (Christelijk) van West-(Moslim) Beirut scheidde tijdens de oorlog van 1975-1990, is niet langer een automatische grens; het gaat nu om grote wegen tussen overwegend Soennietische buurten en de Sji’ietische buitenwijken. De paar buurten waar Soennieten en Sji’ieten tot noch toe naast elkaar geleefd hebben, worden voor het gemak alvast aangemerkt als toekomstige slagvelden. Hoewel er in het dagelijks leven niet veel van te merken is, is het toch niet zo’n prettig idee: een land met een flink aantal heethoofden waar vrijwel iedereen één of meerdere wapens in huis heeft, geleid door niets-ontzienende politieke mafia-bazen, van allerlei kanten gepord en gepookt om toch vooral de tegenstander eens op de knieën te krijgen... dat kan alleen maar fout gaan. Gelukkig is er nog hoop, want in Libanon krijg je nooit wat je verwacht.

٭ [hoe wrang is het trouwens dat de VS om het hardst roept dat Libanon vrij moet blijven van buitenlandse inmenging (doelend op banden met Iran en Syrië), maar zojuist wel officiëel heeft laten weten dat het Witte Huis niet zal instemmen met een verandering van de Libanese constitutie? Waarom, oh waarom, is het toch nooit inmenging als het de mening van de VS betreft? En ook nooit terrorisme, invasie, of bezetting?]