Een beter milieu...
Hij zat in het midden van de minibus - verweerd gezicht, donker haar en knokige handen – tussen twee sigaretten-rokende medepassagiers. Ik zat achterin, naast het open raam, en we waren onderweg naar Baalbeck, zo’n twee uur rijden van Beirut. We manoevreerden nog door de volle straten van één van Beirut’s drukste wijken toen hij met een smakkend geluid de laatste druppels uit een blikje Sprite in zijn keelgat liet verdwijnen, het blikje naar achteren doorgaf en mij gebaarde het naar goed Libanees gebruik uit het raam te gooien. Ik pakte het aan en klemde het in een houdertje naast me, om het later in een vuilnisbak te kunnen gooien.
“Nee!” zei hij vriendelijk, en gebaarde nogmaals “uit het raam ermee!” Ik probeerde beleefd en in mijn beste Arabisch uit te leggen dat ik het niet erg vond om het blikje even vast te houden tot ik het op de daarvoor bestemde plek kwijt zou kunnen, zelfs als dat pas in Baalbeck zou zijn: “Nee, afval op straat niet goed. Ik hou het. Geen probleem!” Hij schudde zijn hoofd. “Waarom?! Gooi maar uit het raam! Geen probleem!” “Nee, niet goed, vies.” “Gooi maar! Geen probleem!” “Nee, maakt niet uit, ik hou het wel.” “Gooi maar! Yalla!” “Nee, niet goed.” “Geen probleem! Hier in de stad hebben we Sukleen, die moeten ook werken! Het is beter om dat ding uit het raam te gooien, dan hebben zij ook nog wat te doen!”
Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen – het blikje bleef naast me in de houder geklemd. Onderweg keek hij nog een paar keer om, bevreemd door dit koppige wezen dat maar niet wilde begrijpen hoe de dingen hier gaan. Hij was helaas allang uitgestapt toen we uiteindelijk langs een grote vuilnisbak reden waar ik, onder toeziend oog van de rokende medepassagiers die een grinnik niet konden onderdrukken, het gewraakte blikje met een boogje in kon gooien.