Help! De Dokter Schrijft Voor
Elk land kent zo zijn eigen gewoontes en gebruiken als het gaat om de behandeling van veel-voorkomende ziektes en mankementen. In Libanon roept men direct ‘vitamine C!’ bij een niesbui, serveert men 7 up bij maag- en darmklachten, en is panadol de aanrader voor zo ongeveer alle andere kwalen. Mochten bovenstaande middelen onverhoopt niet het juiste effect bereiken, dan is een bezoekje aan de dokter zo gemaakt. (De ratio dokters : inwoners is in Libanon zó hoog, dat velen van hen achter de apothekersbalie staan en de medicijnen op recept direct aan je meegeven.) De eerste keer dat ik hier in Beirut naar de dokter ging was in de zomer van 2006. Ik had een vreemde plek onder mijn arm en toen die na anderhalve week maar niet weg bleek te gaan, ging ik ermee langs bij de ‘familie-arts’ in het ziekenhuis van de Amerikaanse Universiteit van Beirut. De arts was verbaasd dat ik er zolang mee had rondgelopen. ‘Is het iets ernstigs?’ vroeg ik hem enigzins geschrokken. Nee, dat was het absoluut niet, maar voor de zekerheid kreeg ik toch maar een antibiotica-kuur voorgeschreven. Op mijn vraag of dat wel echt nodig was, lachte hij hartelijk en zei me dat ik ook wel wat kruiden mocht plukken uit zijn tuin om een magisch drankje mee te koken… Het ging erom dat het zo sneller wegging – zo zou het geen week, maar slechts 4 dagen duren! Hoewel niet geheel overtuigd van het nut van de door hem voorgeschreven medicijnen, heb ik de pillen braaf tot het einde van de kuur geslikt.
Walid, toen hij nog in Nederland woonde, had er een hekel aan om naar de huisarts te gaan als hem iets mankeerde. ‘Ze zeggen toch altijd “kijk het nog maar een paar dagen aan”!’ klaagde hij dan. Een eveneens in Amsterdam woonachtige Israelische vriendin was ook al stomverbaasd toen mijn huisarts me antibiotica had voorgeschreven. ‘Mijn huisarts wil geloof ik eerst dat ik op sterven lig, voordat ik ooit een antibiotica-kuur van hem zal krijgen!’ Het verschil met de artsen hier die er lustig op los voorschrijven is inderdaad groot.
Zo groot zelfs dat ik een aantal weken terug aarzelde een doktersbezoek af te leggen, ondanks het feit dat ik een knobbeltje in mijn nek had dat niet van plan leek vanzelf weg te gaan. Ik had er geen last van, het deed geen pijn, maar je weet nooit. Ik besloot uiteindelijk rond te vragen naar een arts die erom bekend staat niet nodeloos naar de medicijnen te verwijzen. Via-via werd er voor mij een afspraak gemaakt. In een klein kamertje op de derde verdieping, behangen met posters vol fotos van nare huidziektes, werd het knobbeltje bestudeerd. Ah, zei de dokter, dat is het gevolg van een instectenbeet. Niks ernstigs, het trekt vanzelf weer weg. Mooi, dacht ik. Hij liet het me zelfs nog zien in een boekje, een oud exemplaar uit de jaren ‘70 waarvan de pagina’s alle kanten op wapperden. ‘Ik zal je wat voorschrijven om de huid schoon te houden. Heb je toevallig nog darmproblemen?’
Ik begreep het verband tussen die laatste twee vragen pas toen ik volledig verbouwereerd op de stoep van de apotheek stond, alle voorgeschreven medicijnen in de hand: anti-muggenspray (2x per dag aanbrengen); desinfectie-zalf (2x per dag opsmeren); antibiotische anti-zwelling-zalf (2x per dag aanbrengen); en een flinke doos pijnstillers for extra pain, (3x per dag innemen, niet voor een zwakke maag).
Eenmaal thuis heb ik het nog maar eens een weekje aangekeken. Knobbeltje? Helemaal verdwenen. Zak met medicijnen? Onaangeroerd in de kast…