Niet makkelijk, zo vreemd
Het is moeilijk om te beschrijven hoe het is om nu in Libanon, om in Beirut te zijn. Het is geen oorlog, maar het lijkt ook absoluut niet op hoe het voorheen was. Zoals Kamal zei: “Now that the adrenaline is gone, you feel the beating.”En zo is het: de spanning en sensatie van de afgelopen weken zijn verdwenen, en het is zoeken naar wat daarvoor in de plaats kan komen. Het helpt natuurlijk ook niet dat de stad nogsteeds een leeg lijkt. Leeg ís, want Beirut in de zomer is normaal gesproken vol met toeristen, met name Arabieren en in het buitenland woonachtige Libanezen die de stad opsieren met hun dure auto’s en goedgeklede aanwezigheid. Nu lijkt het een beetje op een badplaats in de winter, maar dan bloedheet. Je kijkt om je heen, ziet hoe leuk het kan zijn, en vraagt je af: ‘Waar is iedereen?’
De meeste mensen weten niet precies wat te doen. Doorgaan? Afwachten? Weggaan? Blijven? Veel bedrijven werken nogsteeds volgens hun ‘oorlogsdienstregeling’ – later open en eerder gesloten. De meeste buitenlanders die er zijn, zijn journalisten met een enorme behoefte aan ontspanning en entertainment, of koppige mensen zoals ik die nu proberen moed te verzamelen om de draad van het ‘gewone leven’ weer op te pakken, beseffend dat we eigenlijk een heel nieuw leven moeten opbouwen. Nieuwe vrienden maken, zelfs, omdat er zoveel het land verlaten hebben. Het is goed om af en toe de stad uit te gaan, de zwaar getroffen gebieden te bezoeken, te spreken met de mensen die daadwerkelijk alles verloren hebben en opnieuw moeten beginnen. Het zorgt voor de hoognodige bevestiging dat deze onwerkelijke situatie de realiteit is.