Qussa

Stories from Afar & Up Close

Hoopvol... maar toch niet

Het is pikkedonker op straat als ik opgetut en wel het huis verlaat. De straatlantaarns worden niet langer ontstoken, om de beperkte hoeveelheid electriciteit die er nog is niet te snel te verbruiken. Omdat we wel wat afleiding kunnen gebruiken, hebben we besloten de oorlog te negeren en het uitgaansleven - of wat daarvan over is - in te duiken. Het voelt alsof ik iets stiekems doe – mag dat wel, plezier maken terwijl anderen lijden onder bombardementen? De meeste bars en restaurants in Gemmayzeh (een van de belangrijkste uitgaansgebieden vóór de oorlog) zijn gewoon open. Althans, ‘gewoon’: nadat in de eerste weken vrijwel niemand na zonsondergang op straat te vinden was, sluiten de meeste bars en clubs nu hun deuren een uur na middernacht. De meeste klanten zijn dan allang vertrokken.

‘Le Rouge’ blijkt dé plek van de avond: het is het enige restaurant met meer dan een paar klanten. De meesten zijn journalisten en fotografen, herkenbaar aan hun gekreukte overhemden en stevige stappers. Wat mis ik ineens de goedgeklede Libanezen, met hun dure merkschoenen en glinsterende oorbellen. Ik mis de dames die hun uiterste best doen er uit te zien als fotomodellen, ik mis de mannen die met gemanicuurde handen hun glas whisky vasthouden. Ik mis zelfs de rijen dure auto’s buiten, de opzichtige porsches en hummers waarin het uitgaanspubliek in de zomer rondparadeert.

In Club Centrale houdt de dj het bij vrolijke house en pop deze avond. Hij weet maar al te goed waarvoor de mensen gekomen zijn: afleiding. Het ritme van de muziek wordt alleen verstoord door het geluid van ontvangen sms-berichten. Het zijn updates – direct het laatste nieuws op je telefoon, voor slechts 2 dollar per week! Opeens verandert de muziek van sfeer. Een oom van de barman bevond zich in het convooi vluchtende burgers dat volgens het laatste bericht door de Israeliërs is aangevallen toen ze uit het zuiden probeerden te weg te komen. Zijn auto is geraakt, hij is zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht. Zijn medepassagiers zijn omgekomen. Bedrukt drinken de klanten hun glas leeg en verlaten de club.

Thuis vertelt mijn kamergenoot me dat vannacht waarschijnlijk de resolutie getekend zal worden. Hoopvol ga ik slapen. Misschien is het wel vrede als we morgen wakker worden! Om 7 uur ’s ochtends word ik gewekt door het dreunen van de bombardementen op Dahye, de zuidelijke buitenwijken. De resolutie is getekend, maar de oorlog gaat door.