De kleine dingen
Beiroet zullen ze niet bombarderen, wordt om het hardst geroepen. Saida ook niet, de meerderheid van de bevolking is daar tenslotte Soenni. En ook de Chouf Mountains zullen de Israeliërs wel met rust laten, want daar háten ze Hezbollah. Iedereen lijkt er stellig van overtuigd dat zijn of haar woonplaats niet geraakt zal worden, zeker nu we letterlijk aan de vooravond staan van een door alle partijen erkend staakt-het-vuren. Maar het zijn de barstjes in de schijn van ongeraaktheid, de kleine dingen anders dan anders, die laten zien dat niets zeker is en dat iedereen bang is dat ook hun veiligheid niet eeuwigdurend is.
Het is de tas die klaarstaat naast het bed, met paspoort, tandenborstel en schoon ondergoed; het is slapen met je kleding aan; het is opschrikken van de klep van een prullenbak die naast je dichtvalt. Het zijn de pogingen van mijn vrienden me weg te krijgen uit het huis naast één van belangrijke toegangsbruggen van Beiroet; het zijn hun herhaaldelijke verzoeken te verhuizen naar de christelijke wijk van de stad in plaats van bij mijn vrienden te blijven in het moslimgedeelte. Het is grappen over naar het strand gaan, maar in werkelijkheid niet eens een wandeling over de boulevard langs de zee durven maken; het is iets te doen zoeken aan de andere kant van het huis elke keer als de ramen aan de voorkant trillen van de bombardementen. Het is vol bravoure roepen dat je mooi niet thuis blijft zitten, maar weigeren om in bepaalde stadsdelen af te spreken om niet over bruggen en door tunnels te hoeven rijden.
Het zijn de kleine dingen die de angst verraden, de angst dat Israel toch niet zo rationeel te werk gaat als het lijkt, de angst dat het ze toch om héél Libanon gaat en niet alleen om Hezbollah. De in intensiteit toenemende bombardementen van de laatste uren doen het ergste vermoeden. Maar je kunt niet constant bang zijn, ook niet tijdens een oorlog. En dus doet iedereen zijn uiterste best het gevaar tot handelbare proporties te beredeneren, woede-uitbarstingen en geweeklaag te onderdrukken, het leven te leven alsof er niets vreselijks aan de hand is. Hopelijk kan de tas morgen weg naast het bed, en kunnen we een mooie avondwandeling maken langs de zee.