When Missing the Middle East...
... all I have to do is go to the Javastraat around the corner. There will always be an old man, walking slowly with his hands on his back, moving the worry-beads around. Makes me feel right at home.
... all I have to do is go to the Javastraat around the corner. There will always be an old man, walking slowly with his hands on his back, moving the worry-beads around. Makes me feel right at home.
I’ve been back in the Netherlands for quite some time now, and it’s been nice. Nice to know how things work, nice to know how to get things done, and nice to not to be laughed at for strange habits that don’t fit with how other people do things. But today, today I realized I’m still not back to my full Dutch self. I ran into two friends who said how’s the new house? Welcome to the neighborhood! And we should meet up sometimes!
To which I thought, but luckily didn’t say out loud, yes, some night next week would be good.
Because what they said was we’re having a barbecue on the 19th of May, want to join?
The nineteenth of May. That’s more than a month away. And they already know what time and place. My surprise made me realize I’ll probably never get back to my full Dutch self.
Overheard at university: ‘My dad says I should drink less, judging from my facebook-pictures.’
‘Well I didn’t hear from my dad for a while until one day he called and said ‘you have a spelling mistake in your last blog-post”.’
Jaren geleden (in 1994!) las ik in de krant het volgende gedichtje:
POESJE LIEF
Onse poes lag in het sonnetjen
Hij dag ik ga is prambere ov ik ken jonge
En hij prambeerde hut en hut gong
Door wie het geschreven is (ongetwijfeld een jong kind) weet ik niet, maar ik vind het nogsteeds een prachtig gedicht. En onze kat is weliswaar gesteriliseerd, maar ik moet er toch altijd even aan denken als ik haar daar zo lekker in het zonnetje zie liggen...
Lesgeven in 4 VWO, een vrijwel geheel witte klas in Almere. Ik leg uit wat het verschil is tussen dominante cultuur (“het geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd”) en tegen-cultuur (“mensen die zich afzetten tegen de dominante cultuur of daar een bedreiging voor vormen. Via protesten proberen deze mensen de dominante cultuur te veranderen”). Een leerling steekt zijn hand op en vraagt: ‘Dus Geert Wilders is een voorbeeld van een tegencultuur?’
Ik probeer hem uit te leggen dat Wilders, hoewel luidruchtig protesterend, juist onderdeel is van de dominante cultuur. Dat hij zelfs vindt dat hij die beschermt. De leerling is het hier niet mee eens. ‘Die man begrijpt het niet. We ZIJN hier toch gewoon allerlei kleuren, met Moslims en alles!’
Wat heerlijk te constateren dat in hun wereldbeeld de Nederlandse cultuur niet automatisch wit en christelijk is!