Qussa

Stories from Afar & Up Close

Filtering by Category: Nederlands

Zo gewoon gebleven

Toetsweek in VWO 4, een vraag over sociale mobiliteit.‘Nederland is volgens rechtse politici een “open samenleving.” Toch zitten er weinig arbeiderskinderen op het vwo. [...] Geef drie redenen waarom de sociale mobiliteit in meer of mindere mate beperkt is voor deze kinderen.’ Een leerling vraagt wat dat zijn, arbeiderskinderen. Kinderen waarvan de ouders uit een lagere sociaal-economische klasse komen, is mijn antwoord. Oh, zegt ze, normále kinderen!

Mijn soort mensen

Als docent maatschappijleer is de kans groot dat je hier en daar in een politiek-getinte discussie verzeild raakt. Soms met vreemden, en soms met collega’s. Zo ook op een bepaalde dag een aantal weken geleden, toen een collega en ik het oneens waren over de juiste aanpak van de PVV. Zij meende dat deze partij de heersende onvrede in de samenleving een gezicht gaf, en daarom serieus genomen diende te worden, ik vond dat sommige mensen soms best eens te horen mogen krijgen dat wat zij willen (een blank, gristelijk Nederland) niet (meer) tot de mogelijkheden behoort. Die woorden ontlokten een ware tirade. Ik had makkelijk praten, ik kwam natuurlijk nooit met ‘echte allochtonen’ in aanraking, ik was geen oud vrouwtje dat met angst en beven langs een groep opgeschoten Marokkaanse jongens moet lopen op mijn dagelijkse wandelingetje. Met als klapper: ‘Ik ken jouw soort mensen. Jullie hebben een grote mond over gemengde scholen, maar als je zelf kinderen krijgt weet je niet hoe snel je daar een goede, witte school voor moet vinden.’

Waarop een ander opmerkte dat mijn collega één essentiële factor scheen te vergeten: als Walid en ik ooit kinderen krijgen, zijn dat zelf allochtonen. Bingo!

Joop

Dagelijks wandelingetje door de buurt.Ineens staat er een reiger voor m’n neus. ‘Niet schrikken, hij doet niks’ klinkt er van rechts. Een oude Amsterdamse met bruingeverfde haren, twee gouden tanden en bladderende roze nagellak hangt uit het raam op de begane grond. ‘Dat is Joop. Hij komt elke dag even eten. Ik voer ‘m al vier jaar. Die andere twee zijn z’n kleintjes.’

Ze lacht me toe en roept dag schatje tegen een langslopende hond. De wandelaar die aan de hond vastzit, groet terug, waarop ze zegt ja, jij bent ook een schatje hoor! Ze gaat verder over Joop.

‘Mijn man, die is nu al vier jaar dood, die ging elke dag vissen in het Flevopark. En die vogel, met die oranje bek daar, die stond dan altijd naast em. Elke dag. Op een gegeven moment liep ie achter m’n man aan naar huis. Die had alzheimers, dus toen ie zei “Joop staat voor de deur” dacht ik “wie is dat? Ik ken he-le-maal geen Joop!” Maar dit is ‘m dus. Nou komt ie elke dag eten, hij klopt op ’t raam met z’n bekkie en dan krijgt ie kippevleugeltjes. ‘s Ochtends een keer en ’s middags.’

Naast haar staat een bord met stukjes vlees. ‘Ja, ’t kost me klauwen met geld, maar ik zeg altijd maar, ik heb nog nooit een kissie met een brandkast erachter gezien, toch?! En zo is m’n man er toch ook nog een beetje bij.’

Even waande ik me in Sovjet Rusland...

Vorige week zaterdag, het sneeuwde. Eind van de middag pakten we onze spullen om richting Nijmegen te gaan – lekker Sinterklaas vieren met z’n allen. Hup, surprises in de tas, en op naar het station. Dat ging als volgt: 16.00u.: vertrek van huis.

16.10u.: bus (i.p.v. vertraagde trein) van Muiderpoort naar Amsterdam Amstel.

16.30u.: aankomst op Amsterdam Amstel, geen trein. Op de borden staat ‘let op het omroepbericht’, geen omroepbericht.

16.45u. geen trein. Wel steeds meer passagiers, en koude voeten van de natte sneeuw.

17.00u. geen trein. Telefoon van mijn zusje, die op Amsterdam Centraal in een trein richting Nijmegen zat. ‘Hij vertrekt alleen niet omdat ie te vol zit.’ De interntionale trein naar Duitsland raast voorbij.

17.15u. geen trein. Nog meer passagiers met koude voeten. Nogsteeds geen omroepbericht.

Een trein nadert het station, maar rijdt door zonder te stoppen. Toch hoopgevend; er rijden kennelijk treinen.

17.30u. geen trein. Redelijk verkleumd. Op de borden staat ‘Extra trein’.

Een goederentrein raast voorbij.

17.45u. een minieme sprinter stopt. Alle wachtende passagiers persen zich naar binnen. Een vrouw staat in paniek op van haar stoel en roept ‘ik wil eruit, ik wil eruit!’ Ze haalt het niet tot aan de deur. ‘Dames en heren, dit is de sprinter naar Utrecht, wij zullen stoppen op alle tussenliggende stations.’ Mooi, ik zit eindelijk warm.

18.00u. we rijden gestaag langs alle stations. De intercity waar mijn zusje in zit heeft inmiddels genoeg passagiers terug het perron op gespuugd om ook te kunnen vertrekken.

18.15u. we rijden nogsteeds! Richting Utrecht!

18.30u. station Breukelen. De dame in paniek heeft eindelijk de deur bereikt en stapt uit. ‘Dames en heren, wij hebben van ProRail te horen gekregen dat we toch geen sprinter naar Utrecht zijn, maar vanaf hier afbuigen naar Woerden, Gouda en Rotterdam. U wordt verzocht hier allen uit te stappen. De intercity die achter ons aankomt zal een extra stop maken en u meenemen naar Utrecht’. Alle passagiers stromen de claustrofobische dame achterna, het perron op.

Daar staan we dan, met een paar honderd mensen, in de middle of nowhere, in het donker, in de sneeuw, met uitzicht op de snelweg en het Chinese Van der Valk Hotel.

18.45u. die intercity gaat hier natuurlijk nooit stoppen, want daar paste al niemand meer in. Samen met twee andere passagiers besluiten we naar het hotel te lopen om een taxi te bellen – misschien dat we vanuit Utrecht wel ergens kunnen komen.

Onder het perron is het busstation. Terwijl we ons nog afvragen wat sneller zal zijn, een taxi of wachten op de bus (die komt over 20 minuten), staat er ineens een jongen voor mijn neus. ‘Moeten er nog mensen naar Arnhem?’ Overrompeld kijk ik om me heen. Niemand? Wij wel! Voor we het weten zitten onze tassen in de kofferbak en wij op de achterbank, bij die jongen, zijn vriendin en haar zus in de auto.

19.00 u. ze hebben zelfs thee, warme chocolademelk en koekjes bij zich!

19.15u. we rijden zonder problemen over de snelweg richting het Oosten des lands.

19.30u. de jongen zet de radio aan. Het journaal. ‘Een woordvoerder van de NS meldt dat de NS de situatie ondanks het winterweer goed onder controle heeft. Vrijwel alle treinen rijden volgens de dienstregeling en op cruciale punten in het land staan medewerkers klaar om eventuele problemen op te lossen.’

19.45u. de vriendelijke chauffeur zet ons af op het station in Arnhem, waar we opgehaald worden door mijn moeder. De trein van mijn zusje komt net op dat moment ook het station binnen.

20.15u. aankomst. Vier uur en een kwartier voor een reis die normaal gesproken één uur en drie kwartier duurt. Ik vraag me af waar deze NS topman zijn proganda-training heeft gehad...