Gestolen zomer
Zomer in Libanon wordt ook wel grappend ‘Wedding Season’ genoemd. Veel hoogopgeleide Libanezen die in het buitenland werken komen dan terug om in en rond Beirut vakantie te houden en hun trouwerijen te vieren: overdag naar het strand en ’s avonds uit of naar een bruiloft. Deze zomer was er weinig reden tot feesten. Bovendien waren de meeste gasten in de eerste week van de oorlog al teruggekeerd naar hun banen buiten de gevarenzone, of ze hadden Libanon uberhaupt niet weten te bereiken na de bombardementen op het vliegveld - hun zomer noodgedwongen doorbrengend voor de TV. Zij die er nog wel zijn, voelen zich nu moe of ziek. Na een maandlang zich groothouden komt de opgekropte spanning eruit. Het zijn niet de mensen die hun huis verloren hebben, of erger nog, vrienden of familieleden, maar langzaamaan komt het besef dat ook hun levens niet zomaar opgepakt kunnen worden waar ze een maand geleden tot een abrupt halt leken te komen.
‘Ik moet op z’n minst één keer naar Beiroet komen om eens goed dronken te worden, voordat ik weer wegga’ zegt Charif, die zijn hele vakantie in de vluchtelingenopvang in Saida heeft gewerkt. Hij verwoordt de gedachten van veel van mijn vrienden die de de afgelopen maand niet in het Christelijke deel van het land doorgebracht hebben. Maar de hippe strandtenten zijn nu gesloten vanwege het vervuilde zeewater, de festivals zijn afgelast, en de belangrijkste clubs hebben hun boeltje opgepakt om in de veilige bergen in het Noorden neer te strijken. Het is de vraag of ze nog heropenen in Beiroet, nu het seizoen ten einde loopt.
Toen de oorlog nog in volle gang was, ben ik eens een avond gaan kijken één van die clubs in Faraya: de ene helft van de mensen te dronken om op hun benen te staan, de andere helft die op de toiletten klaagde ‘de meeste mensen komen niet eens van de hier!’ De ironie van de DJ’s voorkeur voor nummers als ‘Sunday, Bloody Sunday’ leek aan de meeste feestgangers voorbij te gaan.
Nu zoekt iedereen weer naar het Beiroet van voorheen. Maar het vergt veerkracht en geduld, heel veel geduld. ‘Ze hebben mijn zomer gestolen!’ roept May vertwijfeld uit. Ik vrees dat het niet bij één zomer zal blijven. Het duurt nog wel even voor de olie uit het water verdwenen is, de toeristen en festival-artiesten weer willen komen, en de hoogopgeleide Libanezen er weer van durven dromen een toekomst op te bouwen in eigen land.