Qussa

Stories from Afar & Up Close

Filtering by Category: Anthropology

Faysal, de mannenverschrikker

Zoals de meesten van jullie wel weten, deel ik hier een huis met Faysal, een goede vriend van Reina (mijn huisgenootje in New York). Je kent het wel: woonkamer, keuken en badkamer gezamelijk, ieder een eigen slaapkamer.Dat hij mijn huisgenoot is, heeft een flink aantal voordelen. Ten eerste heeft hij naast zijn werk niet zoveel te doen, en dus alle tijd om mij overal bij te helpen. Zo regelt hij bijvoorbeeld interviews voor mijn onderzoek met zijn collega’s. Dit gaat zelfs zover dat hij me opbelt van zijn werk met de mededeling dat ik die avond een interview ga doen, waarna hij de betreffende collega meeneemt naar huis, ons twee uur laat praten en dan de collega naar huis brengt. Handig, nietwaar? Het duurde even voor hij doorhad dat ik voor elk uur interview ongeveer 5 à 6 uur kwijt ben met uittypen en analyseren, dus nu heb ik nog een flink aantal uurtjes onuitgewerkte gesprekken op mijn opname-apparaat staan.

Naast onderzoeks-assistent is hij ook mijn chauffeur, en dit doet hij van harte. Ik hoef maar te vragen waar ik een supermarkt / boekwinkel / kung-fu school kan vinden, of we zitten al in de auto ernaartoe. In het weekend maakt hij plannen om naar het strand te gaan of om me andere delen van Libanon te laten zien. Het liefst zou hij me ’s ochtends persoonlijk naar Arabische les brengen, en me ook weer ophalen – hij is dan ook erg teleurgesteld dat ik enigzins zelfstandige trekjes vertoon. Dat ik inmiddels een fiets heb gekocht, maakt de zaak er niet beter op... (zijn ongerustheid is iets beter te begrijpen als je weet hoe het er hier aan toe gaat in het verkeer, maar daarover een andere keer meer).

Behalve de enorme gastvrijheid van Faysal zelf, heb ik ook nog te maken met de overbezorgdheid van zijn moeder. Hoewel ik het aanbod om bij zijn ouders te gaan wonen vriendelijk doch beslist heb weten af te slaan, zorgt ze toch erg goed voor ons: zorg in de vorm van plastic bakjes gevuld met heerlijk Libanees eten. Elke dag weer vind ik een nieuw gerecht in de koelkast, en is er een oneindige toevoer van olijven uit hun tuin in de bergen, zelfgemaakte citroensap en andersoortige lekkernijen. Hoewel ik dit natuurlijk op zou kunnen vatten als een niet-zo subtiele hint dat mijn kookkunsten niet goed genoeg zijn voor haar zoon, doe ik alsof mijn neus bloedt en geniet met volle teugen van deze luxe: dit is beter dan wat ik me voorstel bij roomservice in een 4-sterren hotel (op de afwas na dan)!

Helaas, zoals altijd, heeft elk voordeel z’n nadeel, en in dit geval is dat in de vorm van de Libanese opvattingen over huisgenoten. Of beter gezegd: over het niet bestaan van huisgenoten. Omdat Faysal en ik in één huis wonen, zijn we een stelletje. Punt uit. In de buurt betekent dat dat de wenkbrauwen opgehaald worden als ze ons samen zien, waarschijnlijk omdat ze weten dat hij Moslim is en ik niet, en we ook nog eens niet getrouwd zijn. Daar kan ik me echter niet zo druk om maken. Lastiger is het als we uitgaan. Zelfs zijn vrienden, collega’s en vrienden van vrienden geloven het niet helemaal als hij me introduceert als ‘een vriendin en huisgenoot’. De mannen praten vervolgens niet meer met me uit respect voor Faysal, de vrouwen ook niet want die zijn te druk met de mannen bezig - en zo zit ik weer de hele avond met Faysal opgescheept. Tja, dan kan ik natuurlijk net zo goed thuisblijven...

(oorspronkelijk geplaatst op qussa.johojournal.nl)

Onderzoek, of: Nicolien achter de bar

Shotjes maken in Kayan Na een weekje rondlopen in de stad was het vrijdagavond tijd voor het echte werk: ik ging op onderzoek uit. Via Mohammed, die ik nog kende van vorig jaar (en die nu in Zwitserland woont), had ik kennis gemaakt met Safa, en zij kwam me ophalen bij de Koninginnedagreceptie van de ambassade om samen de kroeg in te duiken. Mijn scriptie gaat tenslotte over het nachtleven… In ‘Kayan’, Safa’s stamkroeg, ontmoetten we haar man Imad en een aantal van haar vrienden. ‘Casual Friday’ is hier een onbekend begrip: sneakers en t-shirts heb ik nauwelijks gezien. Wel meisjes in blote glittertopjes, vol make-up en sieraden, en jongens in keurige lichte overhemden met strakke kapsels. De barman was een goeie: hij keek me aan en zei ‘something not too sweet?’, waarna ik een Wodka-Sour voorgeschoteld kreeg. De rest van de avond werden we voorzien van een continue stroom van olive-shots, wodka-sours en andersoortige gekleurde drankjes. Shots are done! Dit alles ging vergezeld van nacho’s met salsa en, ook zeer gebruikelijk hier, stukken wortel gedoopt in water met citroen en zout. Al snel was het zo gezellig dat de barman me uitnodigde achter de bar en zijn omzet verhoogde door die lange blonde shots te laten maken. Mijn Springbokkies (pepermuntlikeur met Baileys, een recept uit Zuid Afrika) waren meteen een enorm succes en de rest van de avond dronken wij gratis. Mooi! Dat scheelt weer in het onderzoeksbudget.

Om half 2 was het tijd voor wat anders, en Safa en Lila vonden het een goed idee om mij Crystal te laten zien. Crystal is de duurste, meest luxueuze en meest tot de verbeelding sprekende club van Beirut. Zodra ik het onderwerp van mijn onderzoek noem, begint iedereen over Crystal, maar niemand is er ooit binnen geweest. Je begrijpt dat ik érg nieuwsgierig was geworden… De ruimte vóór de club staat altijd vol met porsches, bentleys, ferrari’s en andere grote glimmende gevaartes, die uiteraard niet door de eigenaar zelf geparkeerd worden maar door de valet-service (overigens ook iets wat hier redelijk gebruikelijk is). Het verhaal gaat dat er elke avond wel één of twee flessen champagne van $1750 (ja, zeventienhondervijftig Amerikaanse dollars) besteld worden. Die worden dan onder luid tromgeroffel, gevolgd door een spotlight, naar de tafel van de gelukkige klant gebracht. Voordat de muziek hervat wordt, roept de dj nog even om of de fles in één keer betaald wordt of in afbetalingen van $300 per maand gedurende 6 maanden. Je moet er wat voor over hebben om indruk te maken op de dames. Ondanks het feit dat wij voor kwamen rijden in een volvo (na al die shots en wodka, ja), konden we zonder problemen doorlopen naar binnen (volgens Safa en Lila omdat ik langer was dan de uitsmijters, volgens mij omdat het al ver na middernacht was). Hoewel niet zo spectaculair als ik had verwacht, was ik onder de indruk van de hoeveelheid mooie mensen binnen. Het feit dat niemand champagne bestelde werd ruimschoots goedgemaakt door een vuurvreter-show en een man die in een reusachtige ballon verdween. There is a GUY in this BALLOON En als jullie denken dat onderzoek doen niks voorstelt: ik zat om half 4 ‘s nachts halfdronken op het toilet aantekeningen te maken in het in mijn handtas meegesmokkelde kladblokje…

(oorspronkelijk geplaatst op qussa.johojournal.nl)

Onderzoek

Het is jullie misschien niet ontgaan dat één vraag opvallend afwezig was in het vorige stukje: Wat ga je daar nou eigenlijk doen? Niet iets wat heel makkelijk uit te leggen is, dat is zeker.In het antropologisch heet het dat ik onderzoek ga doen naar "Nightlife and the legacy of the Civil War: Destruction, Violence, Beauty and Meaning in Beirut". In het niet-antropologisch betekent dat dat ik gefascineerd ben door de ogenschijnlijk enorme oppervlakkigheid en het belang van uiterlijk voor een generatie Libanese jongeren die is opgegroeid tijdens een lelijke burgeroorlog. De modieuze kleding, handtassen, schoenen en sieraden lijken niet aan te slepen, de auto's zijn groot en glimmend, en de bars en clubs doen qua aankleding en attitude niet onder voor de bars en clubs in New York / Londen / Parijs. Dit in een stad waar de helft van de gebouwen omvalt van de kogelgaten en bomkraters, en waar het gemiddelde maandsalaris rond de $800 ligt!

Er zijn drie dingen die deze tegenstelling extra interessant maken. Allereerst het bestaan van een bar (genaamd 1975), die volledige ingericht is als schuildkelder, inclusief zandzakken, kogelgaten en oorlogsmuziek, en obers die gekleed gaan in militair tenue; en een club (genaamd B018 ) die gevestigd is in een oude bunker waar ooit een massaslachting heeft plaatsgevonden, en waar grafzerken tafels zijn en doodskisten barstoelen. Verder is er de permanente dreiging van nieuwe (bom-)aanslagen, zeker in "Westers"-aandoende gebieden (grote winkelcentra, uitgaansgelegenheden), waar je voortdurend aan herinnerd wordt doordat mannen in uniform met flinke machinegeweren de kofferbakken van auto's controleren voor ze geparkeerd mogen worden, en op straat rondsluipen met 'bom-detectie-apparaten'. Wat het nachtleven zo interessant maakt als onderzoeksgebied, is het feit dat het een van de weinige plekken is in Libanon waar de scheiding van mensen plaatsvindt op basis van status (sociaal-economisch) en niet op basis van religie. Sinds de burgeroorlog is de stad (informeel) opgedeeld in verschillende wijken, waar mensen met verschillende religieuze achtergronden min of meer gescheiden van elkaar leven. In het uitgaansleven is die scheiding er niet: als je het kan betalen, dan ben je van harte welkom.

(oorspronkelijk geplaatst op qussa.johojournal.nl)

Woord vooraf

Moet je daar een hoofddoek dragen? Is het daar wel veilig? Kan je daar een beetje aan het strand liggen? Tijd voor een uitleg en ja, een klein beetje geschiedenis… Libanon is een piepklein landje: een kwart van Nederland. Ze noemen zichzelf liefkozend ‘the slut of the Middle East’, en dat heeft niet zozeer te maken met de losse moraal van de Libanezen, maar meer met de ontstaansgeschiedenis: het land is een samenraapsel van gebieden, afwisselen overheerst door de Phoeniciërs, de Arabieren, de Ottomanen, en de Fransen, om er maar een paar te noemen. Sinds 1946 is het officieel onafhankelijk, maar tot aan de Ceder-revolutie van februari vorig jaar was het met name buurland Syrië dat de touwtjes in handen had. Libanon is het enige land in het Midden Oosten met een Christelijke president. Dit is een overblijfsel van het National Pact, bedacht door de Fransen na de volkstelling in 1932, waarbij alle erkende religieuzen groeperingen (17 in totaal!) procentueel vertegenwoordigd werden in de regering (60% voor de Christenen en 40% voor de Moslims, om het grof weer te geven, met een vaste verdeling van de belangrijkste posten). Nu weet iedereen dat er inmiddels veel meer Moslims zijn dan Christen (70%-30%) i.v.m. emigratie en geboortecijfers, maar een officiële telling en dus herverdeling blijft uit, waarschijnlijk uit angst voor een nieuwe burgeroorlog. Tijdens de burgeroorlog, die duurde van 1975 tot 1990, is het hele land aan diggelen geschoten en gebombardeerd. Behalve de binnenlandse militia’s (meestal op religieuze grondslag) had ook Israel, die de PLO in de Palestijnse vluchtelingenkampen rondom Beirut en de Hezbollah in het zuiden van het land probeerde uit te schakelen daar een flink aandeel in. Interventies van onder andere de VS, de VN en Syrië zorgden uiteindelijk voor een definitieve wapenstilstand. Vóór de oorlog stond Libanon bekend als een van de meest vrije landen in de region, met name op het gebied van onderwijs, media en entertainment, en er wordt hard aan gewerkt die reputatie terug te winnen. Het nachtleven in Beirut is weer volop glitter en glamour en ook de beach-resorts doen niet onder voor die aan de Franse rivièra.

Een hoofddoek zal ik dus niet dragen, zeker niet in Beirut. Wel is het zo dat hoe verder richting het zuiden je gaat, hoe groter de invloed van Hezbollah, dus hoe bedekter de kleding. Ik zal daar ongetwijfeld nog over schrijven. In het uitgaansleven in Beirut is het eerder andersom: hoe onbedekter, hoe beter, en de rokjes zijn soms qua lengte niet van riemen te onderscheiden. Aan het strand liggen is ook geen probleem, als je tenminste de gelukkige eigenaar bent van een modieuze bikini en zonnebril, en bereid bent zo’n €20 neer te leggen voor een strandstoel. Is dat niet het geval, dan kun je terecht op de publieke stranden, waar met name mannen rondlopen, en een enkele vrouw in volledige 5-delig gewaad, inclusief hoofddoek. Is het er wel veilig? Het Ministerie van Buitenlandse Zaken meldt o.a. het volgende: “Sinds februari 2005 vond in Libanon een reeks aanslagen plaats, gemiddeld ongeveer 2 bomaanslagen per maand. Bij vrijwel alle aanslagen vielen doden en gewonden te betreuren, naast materiële schade aan auto’s, gebouwen etc. Al deze aanslagen vonden plaats in Beiroet of in de omgeving van Beiroet. Alle ongerichte aanslagen vonden plaats in christelijke wijken van Beiroet. Geen van deze reeks aanslagen was gericht op buitenlanders of buitenlandse doelen. Wel vonden aanslagen soms plaats in de nabijheid van hotels of uitgaansgebieden. U wordt aangeraden de noodzaak van een eventueel (toeristisch) bezoek aan Libanon zorgvuldig te overwegen." Dat laatste heb ik gedaan, en besloten dat ik er niet Deens genoeg uit zie om een persoonlijke bomaanslag te verdienen, dus dat ik er met een beetje mazzel vast weer heelhuids uitkom.

(oorspronkelijk geplaatst op qussa.johojournal.nl)